Rendement op eigen vermogen en wat je eruit kunt leren

rendement op eigen vermogen

Rendement op eigen vermogen (ook wel ‘return on equity’ of kortweg ‘ROE’ genoemd) is een interessante ratio. Maar wat betekent dat nu concreet? En hoe kan je het berekenen? Van alle rendabilteitsratio’s is de rendabiliteit op eigen vermogen misschien wel de interessantste. De ratio zegt immers veel over de winstgevend van een bedrijf voor zijn aandeelhouders en investeerders. Het belang van een goede rentabiliteit voor een bedrijf is dan ook niet te onderschatten.

Betekenis van rendement op eigen vermogen

Rendabiliteitsratio’s

Er bestaan verschillende rendabiliteitsratio’s. Zo is er de rendabiliteit van het totaal van de activa. Een andere ratio is de rendabiliteit van de verkopen. Ook de rendabiliteit van het eigen vermogen is een mogelijke invalshoek. Rendabiliteitsratio’s hebben één ding met elkaar gemeen. Ze vergelijken steeds het verschil tussen de kosten en opbrengsten met de daarvoor ingezette middelen.

Met de ratio rendement op eigen vermogen (ook wel ‘rendabiliteit van het eigen vermogen’ genoemd) bekijkt men de verhouding tussen de winst van het bedrijf en het eigen vermogen waarmee men die winst maakte.

Het begrip geeft dus een antwoord op de vraag: hoe winstgevend en rendabel is dit bedrijf? En doet het daarmee dan beter of slechter dan gelijkaardige bedrijven in de sector? Tegelijk vertelt het rendement op eigen vermogen je hoe winstgevend het bedrijf is voor zijn aandeelhouders/eigenaars in verhouding tot hun inbreng van middelen.

Voorbeeld van rendement op eigen vermogen

Een voorbeeld maakt het concreter.

Stel dat een bedrijf een rendement op eigen vermogen van 10% heeft. Hoe moet je dit zien? Concreet betekent dit dat voor elke 1000 euro aan eigen vermogen het bedrijf 100 euro winst maakt. Stijgt het rendement op eigen vermogen naar 15%? Dan maakt men met diezelfde 1000 euro eigen vermogen nu zelfs 150 euro winst.

Belang van rendabiliteitsratio’s

Rendabiliteitsratio’s zijn niet enkel maar een interessante bezigheid of tijdverdrijf. Net als solvabiliteit en liquiditeit is rendabiliteit immers een van de essentiële voorwaarden voor een gezond bedrijf.

Deze drie elementen (solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit) vormen als het ware de drie ‘wielen’ waarop elke goede onderneming uiteindelijk zal draaien of overeind vallen. Indien één van deze drie maar lang genoeg scheef zit is er een risico op problemen in het bedrijf.

Indien de rendabiliteit bijvoorbeeld onvoldoende is betekent dit op lange termijn een risico voor het voortbestaan van het bedrijf. Bij een negatieve rendabiliteit kan het zelfs sneller gaan. De onderneming kan dan al op korte termijn in problemen komen.

Hoe bereken je het rendement op eigen vermogen?

Het rendement op eigen vermogen berekenen is niet moeilijk. Je gaat uit van de courante winst of verlies van het boekjaar na belastingen. Daarna deel je dit door het eigen vermogen:

Winst of verlies van het boekjaar / eigen vermogen x 100 (%)

Het resultaat is een percentage.

Een concreet voorbeeld verduidelijkt dit.

Stel dat bedrijf Halleluja BV een winst heeft van 1800 euro en een eigen vermogen van 10.000 euro. Het rendement op eigen vermogen bedraagt dan 18%.

De berekening verfijnen

Bovenstaande berekening geeft zeker een voldoende eerste indruk. Je kan deze echter nog nauwkeuriger maken en verfijnen.

Gemiddeld eigen vermogen

Zo zegt het eigen vermogen op de balansdatum natuurlijk niet alles. Tijdens het boekjaar schommelt dit. Je kan dan ook best de gemiddelde stand van het eigen vermogen op het einde van het huidige en het vorige boekjaar nemen.

Voor wie graag nog wat meer detail wil kan men eventueel nog een verder onderscheid maken tussen de nettorendabiliteit van het eigen vermogen en de brutorendabiliteit van het eigen vermogen.

Nettorendabiliteit van het eigen vermogen

Deze berekent men na belastingen of voor belastingen.

Na belastingen:

Hierbij drukt men het resultaat van het boekjaar (rubriek IX van de resultatenrekening) uit als een percentage van het eigen vermogen. Het resultaat van het boekjaar is het resultaat na belastingen:

Resultaat van het boekjaar / eigen vermogen x 100 (%)

Voor belastingen:

Wil je de nettorendabiliteit van het eigen vermogen voor belastingen bekomen? Dan moet je in bovenstaande formule het resultaat van het boekjaar (rubriek IX van de resultatenrekening) verhogen met de kosten van de belastingen op het resultaat van het boekjaar (code 9134 in de toelichting bij de jaarrekening).

Brutorendabiliteit van het eigen vermogen

Om de brutorendabiliteit te berekenen dien je het resultaat van het boekjaar (rubriek IX van de resultatenrekening) te corrigeren voor niet-kaskosten en niet-kasopbrengsten. Men gaat dus uit van de uitgebreide cashflow. Om die reden noemt men de brutorendabiliteit ook wel eens de cashflowrendabiliteit.

Concreet:

Uitgebreide cash flow / eigen vermogen x 100 (%)

Hoe interpreteer je ROE (‘return on equity’)?

Zoals de meeste ratio’s is ook de return on equity interessant, maar niet op zichzelf zaligmakend.

Onderliggende oorzaken van de ratio

Je kunt bijvoorbeeld berekenen dat een onderneming een rendement op eigen vermogen van 20% heeft. Dat is zeer goed. Maar daarmee weet je nog niet hoe het bedrijf aan dat percentage is gekomen. Alles hangt ook af van de manier waarop een bedrijf aan zijn financiering komt.

We verduidelijken dit met een voorbeeld.

Stel dat bedrijf Halleluja BV voortdurend bij de bank aanklopt om nieuwe leningen. Zo kan het bedrijf verder uitbreiden en groeien. De onderneming gaat dan veel schulden aan. Dit kan leiden tot een verbeterd en hoger rendement op eigen vermogen.

Maar door die vele schulden neemt tegelijk ook wel het risico op moeilijkheden of zelfs faillissement toe. Vooral dan wanneer in de toekomst de economie zou slabakken. Of wanneer de activiteit van het bedrijf om een of andere reden op een lager pitje begint te draaien.

Met andere woorden: wees ook kritisch tegenover ratio’s als return on equity. Onderliggend kan de reden van de mooie ratio immers een stuk minder fraai zijn. Door te lenen gaat je rendement op eigen vermogen immers omhoog.

Hoe groot moet het rendement op eigen vermogen zijn?

Hoe groot moet het rendement op eigen vermogen dan zijn? Over een lange periode moet de vergoeding in elk geval hoger liggen dan de opbrengst van risicovrije beleggingen. Zoniet is het voor aandeelhouders niet langer interessant om nog het hogere risico van een investering in het bedrijf te nemen. Ze zullen hun middelen dan mogelijk eerder elders investeren.

Type onderneming heeft invloed op ROE

Houd echter ook rekening met het type onderneming. Voor een familiale onderneming of kleine KMO is het begrip ‘ROE’ wat minder relevant dan bijvoorbeeld bij beursgenoteerde ondernemingen. Waarom? Omdat in een klein bedrijf de aandeelhouders eveneens het bedrijf besturen. De vergoeding van de zaakvoerders/eigenaars loopt dan vaak via de gewone bedrijfskosten, onder de vorm van bezoldigingen. Hierdoor valt de winst natuurlijk lager uit.

Bronnen

BUYSE, I. & DEKEYSER, M., “Balanslezen voor niet-ingewijden”, Roularta, 2011.

VAN DE WOESTEYNE, I., “Boekhoudrecht in essentie”, Intersentia, 2017.

ROEGIERS, E., “Financiële analyse”, Kluwer Opleidingen, 2016.