Wat is leasing? Werking en voordelen

Wat is leasing?Op de balans vindt men bij de materiële vaste activa vaak ook een rubriek ‘leasing’. Iedereen heeft er wel eens van gehoord, maar niet iedereen weet wat het precies inhoudt. Maar wat is leasing precies? Gaat dit alleen over wagens? Of komt er meer bij kijken? Leasing is een alternatieve vorm van lenen voor bedrijven en zelfstandigen. Deze financiering raakt in België en Nederland steeds meer ingeburgerd. Toch zijn de werking en voordelen nog te weinig bekend bij het grote publiek.

Wat is leasing en hoe werkt het?

Leasing komt in oorsprong uit de Angelsaksische wereld. Daardoor duidt men heel wat begrippen en concepten met een Engels woord aan. Maar wat is leasing precies?

Hoe werkt leasing?

Leasing werkt heel eenvoudig. Er zijn drie partijen:

  • Lessor
  • Lessee
  • Leverancier

De bank of leasingmaatschappij (ook wel ‘leasinggever’ of ‘lessor’) koopt bijvoorbeeld een wagen aan en stelt die daarna ter beschikking van de klant (de ‘leasingnemer’ of ‘lessee’). De klant kiest zelf de wagen, het model, de opties en de kleur. Daarna plaatst de leasingmaatschappij de bestelling bij de garage of leverancier van zijn keuze.

De leasingnemer rijdt met de wagen en betaalt een maandelijkse of trimestriële huur aan de leasingmaatschappij. Zij blijft immers eigenaar van het voertuig.

Op het einde van het contract beschikt de klant over een aankoopoptie: voor een vooraf bepaald bedrag kan hij het goed nu ook aankopen. Als hij dat doet spreekt men van het ‘lichten van de aankoopoptie’. Dit is echter geen verplichting. Koop je het goed niet aan gaat het gewoon terug naar de bank of leasingmaatschappij.

Wat is een sale and lease back?

Soms zijn er maar twee partijen. De leasingnemer is dan tegelijk ook leverancier. Dit doet zich voor bij een ‘sale and lease back’. Een voorbeeld: de klant verkoopt zijn gebouw of materiaal aan de leasingmaatschappij die hem hetzelfde goed onmiddellijk terug verhuurt. Hierdoor krijgt de klant meteen een grote som geld uit de verkoop en kan hij het goed toch blijven gebruiken. Sale and lease back komt vooral voor bij gebouwen, maar ook bij andere types materiaal zoals wagens.

Wat kan je leasen?

In principe kan men elk roerend goed met beroepsgebruik leasen. Het is dus niet mogelijk om privé-materiaal te leasen.

Leasing

Wagens

Leasing van wagens is natuurlijk het bekendst. In principe moet het om nieuwe wagens gaan. Maar ook tweedehandswagens kunnen in aanmerking komen als ze niet te oud zijn en weinig kilometer op de teller hebben. Sommige wagens behouden ook langer hun waarde op de tweedehandsmarkt dan andere. Vaak beperkt men dan wel de resterende looptijd. Zo zal je een tweedehandswagen van één jaar oud meestal niet meer op 60 maanden maar wel nog op 36 of 48 maanden kunnen leasen.

Andere voertuigen

Ook andere voertuigen dan een klassieke personenwagen komen in aanmerking. Een paar voorbeelden van ‘rollend materieel’ bij leasing:

  • Bestelwagens
  • Pick-ups
  • Trekkers
  • Opleggers
  • Vrachtwagens
  • Koelwagens
  • Motorfietsen
  • Fietsen
  • Bussen
  • Lijkwagens
  • Ziekenwagens

Afhankelijk van het type materiaal kan de looptijd van de leasing variëren. Zo zullen veel lessors fietsen alleen op een kortere looptijd dan 5 jaar willen financieren. Bestelwagens vereisen een kortere looptijd dan personenwagens omdat ze vlugger verslijten.

Het omgekeerde geldt bijvoorbeeld voor een lijkwagen. Deze leggen meestal jaarlijks weinig kilometers af en doen dit bovendien aan een heel trage snelheid. Dergelijk materiaal verslijt dan ook minder snel dan een personenwagen en kan daarom vaak zelfs op 7 jaar worden geleasd.

Wat is leasing

Ander materiaal

Minder bekend is dat men naast wagens eigenlijk elk type bedrijfsgoed kan leasen. Denk maar aan machines, heftrucks, grote kranen, graafmachines, computers en IT-materiaal, medisch materiaal, noem maar op. Ook voor boten en vliegtuigen kan men een leasing aangaan.

Zelfs gebouwen kan men leasen. Men spreekt dan van onroerende leasing.  ‘Real estate lease’ is op juridisch en fiscaal vlak wel heel wat complexer dan leasing van ander materiaal. Sommige banken bieden ook leasings voor zonnepanelen en groene energie aan, al is de populariteit hiervan de laatste jaren wel fors afgenomen. Er bestaat zelfs leasing voor rollercoasters in pretparken. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel een publiek voor.

Hoewel je eigenlijk elk materiaal zou kunnen leasen beperken de meeste banken zich in praktijk toch tot vlot verkoopbare zaken. Hoe makkelijker verkoopbaar het materiaal, hoe beperkter het risico. Een tweedehands Mercedes of BMW kan je makkelijk verkopen op de markt, maar voor pakweg een koffiemachine of drukpers is er op de markt al heel wat minder interesse.

Waar staat leasing op de balans?

Zoals je verder zal lezen verschijnt niet elk type leasing op de balans. Staat de leasing wél op de balans zal je hem op een Belgische balans in post 25 onder de materiële vaste activa aantreffen. Ook in Nederlandse jaarrekeningen vindt je de leasing onder de materiële vaste activa terug.

België

 Leasing op de balans

Nederland

Leasing op Nederlandse balans

Soorten leasing

In leasing zijn er twee basistypes: de financiële lease en de operationele lease. De boekhoudkundige verwerking verschilt. Wat is nu het onderscheid?

Financiële leasing

Bij financiële leasing bedraagt de aankoopoptie op het einde van de leasing maximum 15%. In dat geval verschijnt de leasing op het balansactief van de leasingnemer onder de materiële vaste activa. Men zegt ook wel dat de leasing ‘on-balance’ (= ‘op de balans’) is.

Er bestaat echter ook financiële leasing met aankoopopties hoger dan 15%. In dat geval spreekt men van ‘renting’. De boekhouding verloopt dan net als bij een operationele leasing, off-balance dus.

Bij financiële leasing heeft de leasingnemer meestal de bedoeling om uiteindelijk de aankoopoptie te lichten en eigenaar te worden. Er zijn meestal geen extra diensten zoals onderhoud, pechverhelping of verzekering inbegrepen.

Operationele leasing

Bij operationele leasing ligt de aankoopoptie hoger dan 15%. De leasing verschijnt nu niet langer op het actief van de balans en is dus ‘off-balance’ (= uit de balans). De maandelijkse huurgelden boekt men volledig als kosten in de resultatenrekening (of winst- en verliesrekening). Op de balans is er bij het actief geen spoor van de leasing te vinden.

Bij operationele leasing ligt de nadruk op het gebruik van het goed. Uiteindelijk eigenaar worden door de optie te lichten is hier minder belangrijk. Vaak zijn bij operationele leasing ook extra diensten inbegrepen zoals onderhoud, verzekering, bijstand, reparaties, noem maar op.

Voordelen en nadelen van leasing

Waarom zou je als klant nu eigenlijk voor een leasing kiezen in plaats van een klassieke financiering? Leasing heeft zo goed als geen nadelen, maar de rentevoeten liggen bij leasing wel meestal iets hoger dan bij een klassieke financiering. Maar leasing heeft dan weer heel wat voordelen ten aanzien van andere kredietvormen.

Off-balance

Bij aankoopopties hoger dan 15% verschijnt de leasing niet op de balans. Dat is een belangrijk voordeel. Elk klassiek krediet dat je op je bedrijf afsluit verschijnt op de balans en verzwaart daarmee je schuldpositie en doet je solvabiliteit dalen. Maar bij een off-balance leasing nemen je balanstotaal en je schulden niet toe. Zo houdt je dus ook ruimte voor andere toekomstige investeringen.

Bovendien kan je door een eerste verhoogde huur te betalen (die volledig in de kosten van je resultatenrekening of winst- en verliesrekening gaat) je winsten drukken en dus een fiscaal voordeel doen. Vaak lijkt een klassieke lening op het eerste zicht goedkoper, maar dankzij een leasing betaal je uiteindelijk soms minder belastingen. Zo kom je onrechtstreeks toch goedkoper uit. Daardoor kan je vaak toch beter voor leasing kiezen.

Minder waarborgen

Leasing vereist vaak minder waarborgen dan klassieke financiering. Wat niet wegneemt dat ook bij lease vaak zekerheden nodig zijn.

Geen dure waarborgen

Bij klassieke bankkredieten zal je meestal zware en dure waarborgen moeten geven om je lening te kunnen krijgen. Denk bijvoorbeeld aan een hypotheek op een woning of kantoorgebouw. Bij leasing huurt de klant het materiaal en blijft de bank eigenaar. Bij niet-betaling kan de bank het goed dus verkopen. Dit maakt dure waarborgen overbodig.

Maar opgelet, dit betekent niet dat bij leasing nooit waarborgen nodig zijn. Naast het type materiaal (ook wel de ‘asset’ genoemd) speelt immers ook de kwaliteit van de aanvrager een rol. Heeft het bedrijf geen goede cijfers of is het pas opgericht vraagt men haast altijd één of meerdere waarborgen.

Welke waarborgen vraagt men bij leasing?

Vaak voorkomende waarborgen bij leasing zijn:

  • Eerste verhoogde huur: door een eerste verhoogd huurgeld daalt het risico voor de leasingmaatschappij aanzienlijk. De leasingnemer betaalt immers een aanzienlijk deel van de investering ‘vooruit’. Vergelijk dit met een ‘voorschot’ wanneer je een wagen koopt in de garage.
  • Colessee: een colessee is een vorm van borgstelling. Iemand tekent de leasing mee en verbindt zich ertoe om de huur te betalen als de leasingnemer dat niet doet. Colessee is hetzelfde als ‘codebitie’, maar dan in het kader van leasing. Zo kan de echtgenote van een ondernemer optreden als colessee. De zaakvoerder kan colessee voor zijn bedrijf zijn.
  • Pand: de leasingnemer stort geld op een spaarrekening of deposito. De bank blokkeert dit geld als waarborg. Indien de klant de leasing niet betaalt zal men het pand gebruiken.
  • Terugkoopverbintenis: de leverancier verbindt zich er toe het materiaal terug te nemen indien nodig. Hiermee sluit de leasingmaatschappij bij ongewoon en moeilijk verkoopbaar materiaal het risico dat men geen koper vindt uit.
  • Voortzettingsverbintenis: een bedrijf verbindt zich ertoe om de leasing te betalen als de leasingnemer, bijvoorbeeld een dochterbedrijf, zou nalaten te betalen.

Dit zijn de meest voorkomende waarborgen. Maar ook andere zekerheden zijn mogelijk.

100% financiering

Bij leasing financiert de bank 100% van de investering. Dat kan ze omdat ze eigenaar blijft van het geleasede goed. Bij een klassieke lening gaat de eigendom over op de kredietnemer. Daarom vraagt men, zeker voor grotere kredietbedragen, haast altijd een aanzienlijke eigen inbreng. De bank financiert bijvoorbeeld 70 of 80% van de investering, de rest moet het bedrijf zelf financieren met eigen middelen. Bij leasing kan je dus je eigen middelen behouden en later voor andere doelen of andere investeringen gebruiken.

Bovendien hoef je als leasingklant ook de BTW (21% in België en Nederland) niet zelf op te hoesten. De leasingmaatschappij zal de BTW ‘voorfinancieren’ wanneer ze de wagen betaalt aan de garage. Jij als klant betaalt de BTW op de huurgelden in kleine stukjes, gespreid in de tijd. Bij een klassieke financiering moet je de BTW, soms een aanzienlijk bedrag, als klant meestal zelf met eigen middelen dragen.

Lees verder

Materiële vaste activa

Onroerende leasing

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.